donderdag 19 februari 2009

Klein Voorbeeld

Een klein gebaar van een grote man. Het ABN AMRO World Tennis Tournament in Rotterdam, afgelopen week. Terwijl je je net begint af te vragen wat de noodlijdende staatsbank en haar managers door de week te zoeken hebben bij een sporttoernooi, plotseling grote consternatie. Rafael Nadal, de beste tennisser ter wereld, verontschuldigt zich oprecht bij zijn opponent, de Italiaan Simone Bolelli. Wat is er gebeurd?

Heeft Nadal een kanonskogel afgevuurd recht op de neus van de ijdele Italiaan? Heeft de Spaanse superst(i)er na een verloren punt Simone ook verbaal alle hoeken van de baan laten zien met een woeste scheldpartij? Of heeft het vernietigende aanvalsspel van de ‘Raging Bull’ uit Mallorca na Roger Federer ook Bolelli als een klein kind aan het huilen gebracht?

Niets van dit alles. Nadal bood zijn excuses aan omdat zijn laatste bal via het net aan de overkant van de baan kwam, en Bolelli er daarom niet meer bij kon. Nadal, wereldster, multimiljonair, onbetwist nummer een, wereldwijd aanbeden door miljoenen fans, zei tegen de onbekende grijze tennismuis Bolelli sorry, omdat de Italiaan geen faire kans had om op zijn bal te lopen. Dan ben je een waardig nummer één.

Voorbeeldfunctie

Tennis is sowieso een eiland van beschaving in de doorgaans hufterige sportzee. Op wat McEnroe-achtige scheldpartijtjes op de umpire en henzelf na zijn tennissers zelden op kwajongensstreken te betrappen. Ook het publiek heeft een voorbeeldfunctie. Zelfs in stadions die volgepakt zitten met
23.000 mensen, is het muisstil wanneer de spelers serveren. Ook tijdens het spel kun je op wat oh’s en ah’s na een speld horen vallen. Hoe anders is dit bij andere grote sporten.

Het is bij de gemiddelde basketball- of schaatswedstrijd tijdens of vlak na het startsignaal een lawaai van jewelste. Voetbal spant de kroon. Bij een doorsnee potje in de hoofdklasse amateurs wordt voor het eerste fluitsignaal door het 500-koppige publiek al meer kabaal geproduceerd dan tijdens heel Wimbledon.

WK Finale 2010

Probeer tennis en voetbal eens om te ruilen. De finale van het WK voetbal 2010 in Johannesburg. Nederland-Duitsland. De stand is 1-1 en Nederland speelt met 10 man nadat Heitinga Schweinsteiger in zijn nek heeft gespuugd in een poging om Rijkaard’s fluim in het matje van Völler tijdens het EK van 1988 te imiteren. Diep in de verlenging scoort Robben de Golden Goal via binnenkant paal. Alles wat oranje is explodeert van vreugde. Maar wat doet Robben? Hij haalt de bal uit het doel, geeft de keeper een verontschuldigende hand en vraagt aan de scheidsrechter om de goal af te keuren. Niemand protesteert.

Of de Champions League finale 2011. AZ-Manchester City. Na de beslissende strafschop in de penaltyreeks, die via bovenkant lat erin gaat, vraagt Louis van Gaal aan de 4e official of de bal om sportieve gronden niet opnieuw kan worden genomen. En zullen de fans bij Ajax-Feyenoord ook de hele wedstrijd stil zijn, en beschaafd applaudisseren bij een mooi doelpunt van de tegenpartij?

Spaanse rechtse

Omgekeerd zou dit betekenen dat Nadal na een gemeen dropshotje van zijn tegenstander het net over klimt en zijn Spaanse rechtse even flink botviert op die dekselse Italiaan. Vervolgens zouden woedende Italiaanse tennistifosi eerst de umpire uitmaken voor de zoon van een prostitué en daarna zou er een fan de lijnrechter omver beuken.

Nee. Tennis en voetbal liggen qua commercie en media-aandacht niet heel ver van elkaar. Maar als het op fatsoen aankomt, kan men in de voetballerij nog wat leren van grote tennissterren als Nadal, die via kleine gebaren ook groot zijn.

(c) ROLTRAP 2013 - redactie.roltrap@yahoo.com